Echografie is een vorm van beeldvormend onderzoek dat in de fysiotherapie gebruikt wordt om aandoeningen in onder andere de pezen, spieren en gewrichtsbanden op te sporen.
Fysiotherapie en echografie
De fysiotherapeut gebruikt echografie naast het reguliere onderzoek, als aanvullend onderzoek. Het is niet zo dat bij alle pijnklachten echografisch onderzoek nodig is. Eventuele inzet van echografie wordt bepaald na het vraaggesprek in combinatie met het lichamelijk onderzoek. Het kan de fysiotherapeut helpen om een beter beeld te krijgen van het al dan niet aangedane weefsel.
De fysiotherapeut kan echografie onder andere gebruiken bij:
- Peesklachten;
- Spierklachten;
- Slijmbeursontstekingen;
- Verrekking- of scheuring van gewrichtskapsel of banden.
Hoe werkt echografie?
De fysiotherapeut gaat met de ‘probe’ voorzien van geleidinsgel over het lichaamsdeel waar het mogelijke letsel zit. Op het scherm wordt het onderzochte gebied in beeld gebracht. De duur van het echografisch onderzoek is ongeveer 20 minuten. Het is niet pijnlijk en niet schadelijk voor het lichaam. De fysiotherapeut bespreekt direct de uitslag van het onderzoek en doet een aanbeveling voor de vervolgstappen.
Kosten
Er zijn geen extra kosten verbonden aan het maken van een echo, het maakt onderdeel uit van de reguliere fysiotherapiebehandeling.